Lobeke nationaal park Sembe Sangha River 2/4
Door: Jaap van der Waarde
Blijf op de hoogte en volg Jaap
06 Mei 2008 | Kameroen, Yaoundé
Het WWF Jengi programma wordt vanuit 8 verschillende veldposten uitgevoerd, verdeeld over een gebied half zo groot als Nederland. Bij aankomst bij het eerste veldstation Ngatti wordt Martin, de grote baas uit Yaoundé, met militaire groet verwelkomd door 6 ecoguards, keurig in uniform. Ecoguards zijn door WWF opgeleide en betaalde parkwachters, die zich voornamelijk bezighouden met controle op stroperij. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de parkmanager van het Ministerie van Bos en Wildbeheer. Het is een gevaarlijke maar belangrijke taak die succes oplevert: vorig jaar werden maar liefst 13880 strikken verwijderd en 66 stropers in het gevang gezet opgepakt. Het resultaat is dat in deze regio nog wild in overvloed is. De volgende ochtend als ik wakker wordt in het bushcamp in Mambélé, slingeren diverse troepjes apen zich door de hoge bomen boven het kamp. Ik zie ook voor het eerst een Chocolate-backed Kingfisher, een ijsvogel die alleen in ongerept laaglandoerwoud leeft, mijn dag kan niet meer stuk. Naast bescherming van Nationale Parken, werkt WWF-Kameroen ook met houtkapbedrijven samen om natuurbescherming in houtkap concessies te verbeteren. We gaan langs bij SEFAC, een Italiaans bedrijf dat recent het FSC (Forest Stewardship Council, www.fsc.org) certificaat heeft behaald. Het FSC staat voor duurzame houtkap en wereldwijd stimuleert het WWF bedrijven om volgens FSC principes te werken. WWF-Jengi heeft SEFAC op diverse manieren geassisteerd, o.a. door opleidingen te geven in wild inventarisaties, tegengaan van stroperij, voorlichting over duurzame kap en wet-en regelgeving ten aanzien van jacht voor eigen consumptie. SEFAC levert veel FSC hout aan Nederland voor o.a. weg-en waterwerken, de bouw en aan Doe-Het-Zelf ketens. Na het succes van SEFAC werkt WWF-Jengi met nog 6 houtkapbedrijven in de regio aan FSC certificering.
De volgende ochtend stappen we in een boot op weg naar een van de meest afgelegen veldposten van het Jengi program, Djembe. De boot is 15 meter lang, bijna een meter breed en als ik me installeer in een van de 7 comfortabele leunstoelen voor de passagiers, realiseer ik me pas dat de boot uit een uitgeholde boomstam gemaakt. Dit is het land van de woudreuzen, de olifanten en de gorilla’s. In dit grensgebied 4 uur stroomafwaarts op de Sanga rivier op de grens tussen Kameroen, Centraal Afrikaanse Republiek, en de Republiek Kongo Brazzaville, speelt een ander soort stroperij: ivoor. De meeste landen in deze regio zijn de afgelopen 10 jaar in burgeroorlog verwikkeld geweest en oorlogstuig is nog overal in omloop. Olifanten worden gestroopt met AK47 automatische geweren en het ivoor wordt de grens overgesmokkeld. De druk van de stroperij is zo hoog dat de olifanten zich hebben teruggetrokken in de meest veilige gebieden in het park: rond de WWF posten. Middags tijdens een wandeling rond het kamp zie ik overal sporen van olifanten: mestklonten ter grootte van een handbal, omgeduwde boomstammen en pootafdrukken waar mijn maatje 45 moeiteloos in verdwijnt. Terwijl ik sta te kijken naar een Blue-billed Roller, een ander juweeltje onder de bosvogels, maken de ecoguards me attent op een onheilspelend lawaai in het bos. ‘Wat is dat?’ vraag ik. ‘C’est un animal’. Ja, dat had ik ook al bedacht, maar wat voor een. ‘Un elefant’, krijg ik met uitgestreken gezicht te horen. Ik denk snel na. De olifant is op minder dan 50 meter en komt hoorbaar deze kant op, het kamp is minstens een kilometer ver. Ik begin de bomen om me heen te scannen op beklimbaarheid. Maar de ecoguards moeten lachen om mijn naïviteit, we lopen toch gewoon door! Onze wandeling brengt ons om de olifanten (het zijn er inmiddels 2) heen terug en hoewel ze ons allang geroken moeten hebben, gaan ze onverstoorbaar door met hun gegraas van bomen en struiken. Net als ik savonds in bed wil stappen hoor ik weer datzelfde lawaai, maar nu pal naast mijn slaapkamerraam. In een paar seconden ben ik aangekleed en sta ik buiten te kijken naar een olifant die voor mijn raam een bamboe struik aan het opeten is. Met zijn slurf trekt hij een bos takken naar beneden, waar hij vakkundig de sappige punten van afbijt. We staan met 12 man op minder dan 10 meter van de olifant, maar hij gaat onverstoorbaar door. Achter ons loopt zijn maatje op zijn dooie gemakje door het kamp heen naar wat bamboe aan de andere kant. Wat een majestueuze verschijning, wat een kracht, wat een rust. De olifanten houden me nog een uur of twee wakker met hun gegraas, maar het klinkt me als muziek in de oren.
Meer weten over het FSC-keurmerk? Kijk dan eens op http://www.wnf.nl/nl/wat_wnf_doet/thema_s/bossen/wat_doet_wnf/fsc_keurmerk/
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley